Gaat U voor het eerst schapen houden?
Een rare naam
De naam “Ouessant” komt van het Île d’ Ouessant, een klein eilandje ten westen van Brest (Bretagne, Frankrijk) en de naam betekent dan ook “westelijk eiland”. Een Ouessant is dus zoiets als een westerling. Ouessant wordt fonetisch weergegeven als uèssâ en op z’n Nederlands spreken we dan van een oe-es-sant.
Waarom zou je Ouessanten gaan houden?
De Ouessant is het kleinste schapenras ter wereld; voor de rammen geldt een maximale schofthoogte van 49 cm en ze wegen omstreeks 20 kg, de ooien zijn 46 cm en wegen zo’n 14 kg. Ze zijn daardoor gemakkelijk te hanteren, ook als je het in je eentje zou moeten doen. Het is tevens een natuurlijk ras: gezonde dieren, waar weinig ziekten bij voorkomen, ze lammeren gemakkelijk af en hebben overwegend een goede melkgift. Het zijn sobere dieren, die gehouden kunnen worden op een relatief klein oppervlak.
Hoeveel dieren op hoeveel grond?
Een schaap is een kuddedier en een kudde bestaat minimaal uit twee dieren: twee ooien of een ooi en een ram. Bij deze laatste combinatie moet rekening worden gehouden met gezinsuitbreiding na verloop van tijd (castreren van de ram behoort tot de mogelijkheden, maar dat is niet aan te raden bij een zeer jonge ram, aangezien dan de ontwikkeling van vooral de hoorns stagneert). We raden aan om 3 Ouessanten inclusief de lammeren te houden op 10 are = 1000 m2 grond. Van belang is de grond op te delen in drie percelen, waardoor de mogelijkheid van omweiden ontstaat, ter bestrijding van worminfecties.
Wat eten ze?
Schapen zijn herkauwers en zolang er gras in de wei staat is dat de beste voeding. ’s Winters kan er onbeperkt hooi gevoerd worden. Hooi is droog voer, dus zorg dan zeker voor water (extra aandacht tijdens vorstperiodes) maar ook de rest van het jaar moeten ze kunnen drinken. Ook een schapenliksteen (zout en mineralen) behoort tot de standaarduitrusting van een schapenhouder.
Schapenbrokken voeren is niet noodzakelijk, maar wel leuk en de schapen zijn er gek op. Je kunt ze hiermee handtam maken, wat altijd gemakkelijk is als ze bijeengedreven moeten worden. Een flinke handvol per dier is genoeg en zeker geen andere dan schapenbrok voeren i.v.m. de hoeveelheid koper. En houd er rekening mee dat een schaap het gras aan de andere kant van het gaas altijd het lekkerst vindt. Stevig fijnmazig gaas voorkomt dat ze de kop door het gaas steken en er met hun oornummers achter blijven haken. Bomen in het weiland moeten afgerasterd worden en vooral giftige planten en struiken (taxus en St. Janskruid o.a.) moeten ver van het gaas gehouden worden.
Een stal of afdak nodig?
De Ouessant een natuurlijk ras: in principe kunnen ze het gehele jaar buiten verblijven en is een stal niet echt noodzakelijk. Maar enige beschutting tegen regen, sneeuw en kou is wel nodig en het hooi moet droog blijven. Aflammeren kan ze gewoon in de wei gebeuren – bij opstallen kan alles wel beter in de gaten gehouden worden.
Verzorging
Schapen moeten geschoren worden en dat kan met een gewoon schapenscheerdersmes. Juli is een goede scheermaand aangezien door de hitte het wolvet soepeler wordt. Wel is het dan oppassen bij felle zonneschijn, omdat de schapen kunnen verbranden zonder hun beschermende vacht.
Gelijktijdig worden de klauwen bekapt, wat 2 à 3 keer per jaar moet gebeuren.
Ziekten?
Ouessanten zijn weinig ziektegevoelig, maar bv. blauwtong en myiasis kunnen flinke schade aanrichten.
Vruchtbaarheid
Ouessanten werpen jaarlijks één lam (incidenteel een tweeling) na een dracht van 21 weken. De eerste weken drinken de lammeren bij de moeder, maar al snel grazen ze met de kudde mee en doen ze zich ook te goed aan brokjes. Ze kunnen dan gespeend worde ofwel gescheiden van de moeder en meestal gebeurt dat als ze ongeveer 4 maanden oud zijn. De moederooi kan dan wat herstellen voordat ze opnieuw gedekt wordt in het najaar. De lammeren zijn in datzelfde najaar al in staat om te dekken c.q. gedekt te worden, dus vanaf september moeten de rammen van de ooien gescheiden worden.
Het komt voor dat een ooi (ongemerkt) verwerpt of gust blijft, d.w.z. niet drachtig ia. Deze ooien kunnen op een later tijdstip alsnog bevrucht worden. Ouessanten kunnen vlot 10 jaar oud worden en ook zijn er dieren bekend die 15 /16 jaar oud geworden zijn. Ooien op hogere leeftijd laten dekken is niet verstandig.
Waar koop je dieren?
Kijk in kranten, tijdschriften en op het internet en ze worden vaak voor weinig geld aangeboden. Of het echte Ouessanten zijn valt niet te zeggen, evenmin over de grootte, afstamming en gezondheid.
Controleer vooraf goed of ze geregistreerd staan a.d.h.v. de stamboekpapieren of na telefonisch overleg. Dit kan bij een fokker/lid van de F.O.S.. Deze kan het ID bewijs laten zien. Een oornummer alleen is geen garantie. Achteraf opnemen in het stamboek gaat niet eenvoudig.
Dieren, die ingeschreven staan in het stamboek van de F.O.S. (= Fokkersvereniging Ouessant Schapen) zijn in ieder geval qua afstamming Ouessanten en ook hun nakomelingen worden opgenomen in het stamboek.
Zorg bij de aanschaf van dieren vooral voor een goede ram: over het algemeen dekt hij meerdere ooien en hij is dus heel bepalend voor de volgende generatie Ouessanten. Soms kun je ook eerst eens een ram lenen of leasen van degene bij wie de ooien gekocht zijn.
Hoe vindt de overdracht plaats?
Als schapenhouder ben je verplicht je aan te melden bij het Ministerie van L.N.V.(tel. 0800-2233322) voor het verkrijgen van een U.B.N. = Uniek Bedrijfs Nummer. Dit nummer is nodig voor de verplichte registratie in de I & R (= Identificatie en Registratie) en kunnen er dieren op de eigen naam overgeschreven worden.
De eigenaar dient zijn dieren van een identificatiemiddel (= een oornummer) te voorzien op het moment dat het dier zijn erf verlaat. Voor het vervoer moet een vervoersdocument worden ingevuld. Landbouwhuisdieren dienen vervoerd te worden in een voor het vervoer van vee geschikte aanhanger; een enkel dier mag in de auto meegenomen worden mits er aandacht besteed wordt aan het dierenwelzijn.
Het is handig als de eigenaar een kopie van de identiteitskaart meegeeft. De overschrijving vind plaats via het online stamboeksysteem als je lid bent. Bent je niet lid, dan moet je het zelf regelen.
Overtollige dieren?
Via mond tot mond reclame, krant, tijdschriften en via onze website kun je dieren te koop aanbieden. Ook tijdens de keuringsdagen van de vereniging F.O.S., die twee maal per jaar gehouden worden, wisselen er nog al eens dieren van eigenaar. Maar vooral rammen eindigen veelal bij een veehandelaar, aangezien er maar weinig rammen nodig zijn om een hele kudde te dekken.
Nog vragen?
Op de website staan adressen waar je met allerlei vragen terecht kunt. Nog leuker wordt het schapenfokken als je lid wordt van de vereniging, bespreekdagen meemaakt en het Jaarboek thuisgestuurd krijgt. In dit Jaarboek behandelen we veel voorkomende vragen en problemen, kun je een eigen verhaal kwijt, maar ook die van andere fokkers lezen, naast allerlei verslagen van bespreekdagen in binnen- en buitenland, aankondigingen van bijeenkomsten en keuringen, enz.
Lid zijn van de F.O.S. werkt enthousiasmerend en we hopen op de komst van nieuwe leden.
Het Bestuur.